Tot zover de steden die de Levieten op het grondgebied van Israël kregen toegewezen. In totaal achtenveertig steden met de omliggende weidegronden. Bij al deze steden moesten de omliggende weidegronden worden meegerekend; dit gold voor elke stad.
Zo schonk de HEER Israël het hele land, zoals Hij hun voorouders onder ede beloofd had. De Israëlieten namen het in bezit en gingen er wonen. En de HEER gaf hun vrede aan al hun grenzen, precies zoals Hij hun voorouders beloofd had. Geen van hun vijanden kon tegen hen standhouden, de HEER leverde al hun vijanden aan hen uit. Hij brak niet één van de beloften die Hij Israël had gedaan. Hij deed ze alle gestand.